Een aandoening waarbij de ellebooggewrichten van de hond niet goed gevormd zijn, wat kan leiden tot kreupelheid en pijn. Het ellebooggewricht is een complex gewricht waarbij er op verschillende plaatsen in het gewricht problemen kunnen voorkomen.
Hierbij is er aan de achterkant van het een groeistoornis opgetreden waarbij een stuk los komt te liggen in het gewricht. Dit moet steeds en zo vroeg mogelijk chirurgisch behandeld worden. De resultaten bij vroegtijdig chirurgisch ingrijpen zijn dan ook goed. Indien dit niet of te laat gebeurt dan ontstaat er onherstelbare schade in het gewricht.
Hierbij ontstaat er aan de binnenkant van het ellebooggewricht een groeistoornis en daarbij een letsel van het kraakbeen wat pijn en mankheid met zich meebrengt. Ook hier is het van uitermate groot belang dat dit zo snel mogelijk wordt gediagnostiseerd.
LPC is een aandoening die optreedt bij de ellebogen van honden. De processus coronoideus is een botachtige uitsteeksel aan het ellebooggewricht van de hond, en wanneer dit botfragment losraakt of breekt, wordt dit aangeduid als LPC. Deze aandoening kan leiden tot ernstige pijn en kreupelheid bij de hond.
De chirurgische mogelijkheden zijn vaak afhankelijk van de ernst en vooral van de leeftijd. Voor de leeftijd van het jaar wordt er vaak gekozen voor een ulnectomie. Hierbij wordt de ulna laag of hoog doorgezaagd waarbij het letsel thv de elleboog beter kan genezen.
Indien de hond ouder is dan kan de PAUL-techniek soelaas brengen. Hierbij wordt de druk in het mediaal compartiment weggenomen en hierdoor vermindert de pijn.
Een gescheurde voorste kruisband (cranial cruciate ligament, CCL) is een veelvoorkomend letsel bij honden, vergelijkbaar met een gescheurde voorste kruisband bij mensen. De voorste kruisband speelt een cruciale rol bij het stabiliseren van het kniegewricht.
Een "VKB-imbricatie" is een chirurgische procedure die wordt uitgevoerd om een knieblessure aan de voorste kruisband (VKB) te behandelen. De voorste kruisband is een belangrijk ligament in de knie van een dier dat stabiliteit biedt aan het gewricht. Letsel aan dit ligament kan pijn, kreupelheid en verlies van bewegingsbereik veroorzaken. De term "imbricatie" verwijst naar het overlappen of vouwen van weefsel om stevigheid en stabiliteit te creëren.
Een TTA- operatie, of Tibial Tuberosity Advancement- operatie, is een chirurgische ingreep, die wordt uitgevoerd bij honden om een gescheurde voorste kruisband in de knie te behandelen. Tijdens de TTA-operatie wordt de tibia (scheenbeen) op een zodanige manier aangepast dat de krachten op de knie worden herverdeeld. Dit omvat een zaagsnede maken ter hoogte van de tibia, het aanpassen van de hoek van het scheenbeen en het plaatsen van een metalen implantaat (een titanium kooi), om de stabiliteit van het kniegewricht te herstellen. Het metalen implantaat wordt op zijn plaats gehouden met schroeven.
Dit is een erfelijke aandoening waarbij het heupgewricht niet goed ontwikkeld is. Het kan leiden tot pijn, stijfheid en artritis. In de lichtere gevallen of bij het beginstadium wordt er vaak gekozen voor een conservatieve behandeling, eventueel samen met een fysiotherapeutisch plan voor de toekomst.
Dit omvat vaak gewichtsbeheersing, fysiotherapie en pijnmedicatie om milde gevallen te beheren.
Bij ergere gevallen wordt er vaak gekozen om de hond te infiltreren direct in het heupgewricht waarbij een ontstekingsremmend en smerend product direct in het heupgewricht wordt ingespoten. Dit kan vaak leiden tot vermindering van de pijn, betere mobiliteit en een vrolijkere hond. De positieve resultaten zijn afhankelijk van de ernst maar kunnen tot een jaar aanhouden.
In geval van unilaterale letsels en zeker bij de kleinere rassen kan er soms overwogen worden om de slechte heupkop te verwijderen zodat de hond pijnvrij kan rondlopen. Deze techniek geeft vaak goede resultaten en is prijsgunstiger dan een volledige heupresectie.
Osteosynthese is een chirurgische techniek die wordt gebruikt om gebroken botten te herstellen. Het doel van osteosynthese is om de gebroken botten in de juiste positie te stabiliseren en te immobiliseren, zodat ze kunnen genezen. Er zijn verschillende methoden en apparaten die worden gebruikt voor osteosynthese, afhankelijk van de aard en de locatie van de fractuur. Hier zijn enkele veelvoorkomende vormen van osteosynthese bij kleine huisdieren:
Dit is een van de meest gebruikte methoden voor het herstellen van gebroken botten. Een metalen plaat wordt langs de lengte van het bot geplaatst, en schroeven worden gebruikt om de plaat aan het bot te bevestigen. Dit biedt stabiliteit en ondersteuning tijdens het genezingsproces.
Pinnen kunnen worden gebruikt om botfragmenten bij elkaar te houden. Deze pinnen worden vaak ingebracht door de huid en zacht weefsel in het bot. Pinnen kunnen alleen worden gebruikt voor bepaalde soorten fracturen.
Deze pennen worden in het mergkanaal van het bot ingebracht en kunnen worden gebruikt voor bepaalde langwerpige botten zoals het dijbeen (femur) of het scheenbeen (tibia).
Bij deze methode worden pinnen of draden buiten het lichaam geplaatst en via een frame verbonden om de fractuur te stabiliseren. Dit kan handig zijn in gevallen waarbij interne fixatie niet mogelijk is.
De keuze van de osteosynthesemethode hangt af van verschillende factoren, waaronder de aard van de fractuur, de locatie, de leeftijd en gezondheid van het dier. Na de operatie volgt meestal een revalidatieperiode om het huisdier te helpen herstellen en de normale mobiliteit te herwinnen.
Patellaluxatie, ook wel bekend als knieschijfontwrichting, is een veelvoorkomende orthopedische aandoening bij kleine huisdieren. Deze aandoening treedt op wanneer de knieschijf (patella) uit zijn normale positie glijdt of springt. Patellaluxatie kan pijn, kreupelheid en beperkte beweging veroorzaken.
De behandeling van patellaluxatie kan variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening. Mogelijke behandelingsopties zijn onder meer:
Voor ernstige gevallen van patellaluxatie kan chirurgie nodig zijn om de knieschijf op zijn plaats te houden en eventuele structurele afwijkingen in het gewricht te corrigeren.
Transpositie van de Tibial tuberosity, trochleoplastie & laterale imbricatie:
Bij deze toepassing wordt de tibiale tuberositeit verplaatst om de aanhechting van de pees van de dijspier te veranderen en de trekkrachten op de knieschijf te beïnvloeden.
Trochleoplastie: Dit omvat het aanpassen van de groef (trochlea) waarin de knieschijf glijdt, om de stabiliteit te verbeteren.
Laterale imbricatie: Deze procedure omvat het verstevigen van de zijbanden van de knie om de knieschijf op zijn plaats te houden.
De PGR-operatie omvat meestal het plaatsen van een nieuwe titanium groeve voor de knieschijf, omdat de oorspronkelijke groeve mogelijk ondiep is of andere anatomische afwijkingen vertoont.
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kun je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.